Architectuur in Holocaust musea
Van blanco canvas tot beleving
Door Richard Hagg
|
Inhoudsopgave
INLEIDING 4
1. DE MUSEA 6
1.1 Joods museum in Berlijn 6
1.2 Yad Vashem Holocaust museum in Jeruzalem 7
1.3 United States Holocaust memorial museum in Washington 8
2. ARCHITECTONISCHE INVLOED OP DE BELEVING 9
2.1 De overgang 9
2.2 Herinnering 11
2.3 Afzondering 12
2.4 De tentoonstelling 13
CONCLUSIE 14
Inleiding
‘.., the displacement of the museum’s focal interest from object to subject, or rather to their conjunction in experience, reflects a trend among all museums.’1
In de laatste decennia van de 20ste eeuw en het eerste decennium van de 21ste is een duidelijke ontwikkeling te zien in de wereldwijde museumarchitectuur. Het museum is gegroeid van een blanco canvas tot een totaal-beleving rondom de tentoongestelde kunsten en/of historie. In musea heeft deze ‘nieuwe’ beleving zijn weg gevonden, we bespreken hier echter de historische musea. De nadruk zal hierbij liggen op de musea die het verhaal vertellen van de joodse historie en in het bijzonder de holocaust. In dit essay wordt op de volgende musea gereflecteerd.
• Het joods historisch museum in Berlijn van Libeskind,
• het Yad Vashem museum in Jeruzalem van Moshe Safdie
• en het Holocaust Memorial museum in Washington van James Ingo Freed
Deze drie musea zijn voorbeelden van museumarchitectuur die de beleving als middel gebruiken. Zij zijn het resultaat van een zoektocht naar een nieuw museum waarin niet alleen de objecten worden gepresenteerd, maar waar het (her)beleven van een geschiedenis centraal staat.
Zoals bij elke ontwikkeling, bestaat er een tijd van introductie, een tijd van acceptatie of verwerping en uiteindelijk een tijd van reflectie. Nu is de tijd daar om ons af te vragen welke middelen de architectuur heeft gebruikt om deze beleving te creëren en of deze architectuur geschikt is om een tragische geschiedenis te vertellen, zoals die van de holocaust. Wordt het verhaal op een waardige manier kracht bijgezet of resulteert deze nieuwe architectuur in goedkope trucjes, die de gebeurtenissen teniet doen?
1 Hein, H.S, ‘The museum in transition: a philosophical perspective’, Smitsonian books, Washington, 2000, blz. 66
In dit essay zal ten een impressie gegeven worden van de drie hiervoor genoemde musea. Er wordt een beeld geschetst van de locatie, het gebouw en de belangrijke ruimten. Hoofdstuk twee van het essay opgedeeld in vier delen, waarin verschillende aspecten van beleving in de musea onderzocht, waarna een adequate conclusie getrokken kan worden.
1. De musea
Voordat het onderwerp van dit essay aan bod komt, zal eerst een korte impressie gegeven worden van de drie eerdergenoemde musea.
1.1 Joods museum in Berlijn
It is ‘like other museums, with white walls where pictures can be hung and objects exhibited.’ 2
Het Joods museum in Berlijn van Daniel Libeskind is een bijzonder introvert museum. Een enkele trap leidt de bezoeker vanuit het oude gebouw, het Collegienhaus, naar het museum van Libeskind. Deze trap geeft toegang tot de ondergrondse verdieping, die gebaseerd is op drie axialen: de ‘Axis of Continuity’, de ‘Axis of Emigration’ en de ‘Axis of the Holocaust’.
De eerste axiaal geeft toegang tot de tentoonstelling op de bovenliggende verdiepingen. De ‘Axis of Emigration’ leidt naar de ‘garden of Exile’; een metafoor voor de verbanning van de Joden. De laatste geeft toegang tot de ‘Holocaust Tower’; een grote, lege en schaars verlicht ruimte waar het geluid van de omgeving net te horen is. Deze toren gedenkt de miljoenen joodse slachtoffers van de tweede wereldoorlog.
Het gebouw staat, in zijn ‘oneindige’ zigzagvorm, voor de joodse historie die door een kaarsrechte lijn van vides op brute wijze wordt doorbroken. Deze vides representateren de afwezigheid van de omgekomen joden uit. Een beeld waarmee de bezoeker keer op keer wordt geconfronteerd.
|
|
website Studio Daniel Libeskind
Exterieur; Photo by Richard Hagg
2 Website www.juedisches-museum-berlin.de (Daniel Libeskind, 2000)
1.2 Yad Vashem Holocaust museum in Jeruzalem
‘…it presents the story of the Shoah from a unique Jewish perspective, emphasizing the experiences of the individual victims through original artifacts, survivor testimonies and personal possessions.’3
De Yah Vasem Holocaust museum is ontworpen door Moshe Safdie en bevindt zich in en op een berg buiten de stad van Jeruzalem. Het is een enorm complex met, naast een museum, onder andere een synagoge, een bibliotheek en een school.
Het indrukwekkende aan het complex is de 180 meterlange driehoekige constructie, die door de berg heen steekt. Zijdelings aan dit volume bevinden zich de tentoonstellingsruimten en aan het einde de ‘Hall of Names’. Halverwege is de toegang tot ‘Hall of Remembrance’.
De ‘Hall of Names’ Is een kegelvormige ruimte waarvan de binnenkant gevuld is met portretten van Holocaustslachtoffers, in plaats van een lijst van namen.
De ‘Hall of Remembrance’ is een ruimte van bezinning, waar de leegte en het schaarse licht de aandacht vestigen op de vlam, de crypt met as van slachtoffers en de namen van de Nazi-kampen.
|
|
Website USHMM
Website modhe safdie and assoc.
3 Website www.yad-vashem.org
1.3 United States Holocaust memorial museum in Washington
‘Freed wants the visitor to experience the Museum building "viscerally." Just as the Holocaust defies understanding, the building is not meant to be intellectually understood. Its architecture of sensibility is intended to engage the visitor and stir the emotions, allow for horror and sadness, ultimately to disturb.’ 4
Het United States Holocaust Museum van James Ingo Freed oogt in eerste instantie als een classicistisch kalksteen gebouw. Als snel blijkt dit een losse façade te zijn die het museum plaatst in de stedelijke context. Het museum bestaat uit goed georganiseerde expositieruimten bestaande uit een leidraad van brede gangen, die de bezoeker naar de verschillende grote ruimten brengt.
In dit museum zijn een aantal expliciete ruimten aanwezig; daar waar niet de objecten, maar de ruimten zelf de tentoonstelling vormen. . De ‘Tower of Faces’ vertoont een verzameling van portretten van Holocaustslachtoffers.
Er is een ‘Hall of Remembrance’ te vinden; een monumentale ruimte ter nagedachtenis van de Holocaustslachtoffers.
De ‘Hall of Fitness’ dient als een overgang tussen de buitenwereld en de wereld van het museum. Het in opgebouwd met materialen en methoden, die gebruikt werden ten tijde van de tweede wereldoorlog zoals dragend baksteen en stalen ligger bevestigd met bouten en popnagels.
|
|
Exterieur; website modhe safdie and assoc.
Exterieur; website USHMM
4 www.ushmm.org
2. Architectonische invloed op de beleving
In dit hoofdstuk zullen de architectonische middelen, die bijdragen aan de beleving van het museum, beschreven en bekritiseerd worden.
2.1 De overgang
De hiervoor beschreven musea brengen de bezoeker in een andere wereld. Zij leggen de nadruk op het verlaten van het heden en een terugkeer naar het verleden. Welke middelen zijn in de drie musea gebruikt om deze overgang5 in te luiden? En zijn deze middelen geschikt voor een historisch museum?
In Washington wordt een drie verdiepingshoge “Hall of Witness’ (afb. 1) gebruikt om de omgang in te luiden. Deze ruimte is niet meer dan een ontvangsthal, zoals in de meeste musea. Het is een hal die de bezoeker ontvangt en het museum verder binnenleidt.
In Jeruzalem en Berlijn zijn deze keerpunten veel theatraler en duidelijker vormgegeven. In Berlijn daalt de bezoeker vanuit het oude museum een trap af, waarna hij zich waant in de kille en duistere geschiedenis van de joodse vervolging; nauwe, lange en vooral donkere gangen (afb. 2), versterkt door het licht aan het eind van de ‘Stairs of Continuity’, die toegang geeft tot de tentoonstelling.
In Jeruzalem wordt de bezoeker het museum binnengeleid via de enorme ruimte die de berg penetreert. De overgang is groot, doordat de bezoeker daadwerkelijk de berg binnentreedt en het dagelijks leven achter zich laat (afb. 3).
De wijze waarop de overgang in Berlijn wordt gecreëerd is de verreweg meest theatrale; de architect maakt gebruik van een trap naar beneden, verschil in lichtniveau, een sterk zwart/wit interieur en hellende vloeren en wanden. De overgang is echter misleidend.
|
|
|
Hall of Witness; website PCF & Partners
Axialen; website Joods Museum Berlin
Centrale hal; website modhe safdie & assoc.
5 Nadrukkelijke verandering van sfeer
De bezoeker bevindt zich inderdaad in een andere wereld, maar het is een effect om een beeld en gevoel met betrekking tot de Holocaust te schetsen, terwijl 2000 jaar joodse geschiedenis nog getoond moet worden. Het in niet zozeer een overgangseffect, maar meer een shockeffect. Het activeert niet de beleving van een geschiedenis, maar creëert een beleving voordat het verhaal van de geschiedenis begint.
De overgang is een middel om de ervaring van de geschiedenis te vergroten. Door de sfeer in een dusdanige mate te veranderen, wordt de bezoeker wakker geschud, geprikkeld. De toon is gezet voor de te komen ervaring van het verleden. De architectuur is een krachtig middel om deze overgang te bewerkstelligen, maar mag de essentie van het museum niet overstemmen. De architect van het museum in Jeruzalem is zich meer bewust van deze ondergeschiktheid en stelt dus prioriteit aan de tentoonstelling. De centrale ruimte vormt de overgang (en werkt tegelijkertijd als oriëntatie) zonder dat de architectuur de overhand heeft gekregen.
2.2 Herinnering
‘‘Objects can work as evidence for a thesis or recall by their presence that an event took place. As causal markers they trace how something happened, but the same objects can also speak in one or more voices to bring an event to mind with a particular emotive cast.’ 6
Over de hele wereld bevinden zich lijsten, boeken, registers met de namen van de vermoorde joden; in synagogen, op monumenten of in oude kampen. Zij zijn gemaakt uit respect en verdriet; een herinnering aan de slachtoffers, ook als er geen herinneringen uit eerste hand meer over zijn.
Deze lijsten hebben hun weg gevonden naar het museum. Ook hier wordt men herinnerd aan het onbevattelijke aantal slachtoffers van de Holocaust. Het zijn echter geen registers meer, maar worden steeds verder met het museum verweefd. In Washington zijn portretten tentoongesteld, waardoor de slachtoffers een gezicht krijgen (afb. 4). Maar de architectonische middelen ontbreken. Het is het object dat de herinnering opwekt en er is geen architectonische activering van een beleving.
Daarentegen heeft de architect van het museum in Jeruzalem meer aandacht gehad voor deze beleving van de herinnering. De portretten worden tentoongesteld in een koepel. Het toont niet alleen de gezichten van de slachtoffers, maar ook de immense aantallen. Doordat het einde van de koepel middels het diffuse licht vervaagd lijkt het aantal slachtoffers inderdaad eindeloos (afb. 5).
Het joods museum in Berlijn onderscheidt zich van de anderen. Hier worden geen namen of portretten getoond, maar de afwezigheid van de slachtoffers wordt kenbaar gemaakt. Een rechte lijn van vijf vides doorkruist het gebouw. Zij zijn, op één na, niet toegankelijk voor het publiek. Het publiek kan op de verschillende niveau’s deze ruimten inkijken en worden geconfronteerd met de leegte en afwezigheid van de slachtoffers (afb. 6).
Daniel Libeskind heeft de meeste aandacht besteed aan de herinnering en het beleven ervan, door middel van de architectuur. Echter van de andere twee is de herinnering aan de historie duidelijk, waar in Berlijn de ervaring vaak verloren gaat en alleen de architectuur overblijft, doordat niet iedereen de boodschap van leegte begrijpt.
|
|
|
.
Tower of Faces; website USHMM
Hall of Names; website modhe safdie and assoc
Vide"; Photo by Richard Hagg
6Hein, H.S, ‘The museum in transition: a philosophical perspective’, Smitsonian books, Washington, 2000, blz. 65
2.3 Afzondering
Alle drie de musea hebben een monumentale ruimte, een ruimte waarin de Holocaust wordt herdacht. Zij zijn een ruimte van overdenking, waar de bezoeker bewust is of wordt van deze gruwelijke geschiedenis. De ruimten zijn over het algemeen niets onthullend, leeg, hard, en gematigd verlicht. Waarom hebben alle drie de architecten een zelfde ruimte gecreëerd, met soortgelijke middelen?
Naar mijn mening hebben zij er terecht voor gekozen om zo een ruimte aan het museum toe te voegen. De bezoeker wordt afgezonderd; niet alleen van het museum, maar vooral ook van de overige bezoekers. Deze afzondering zou ik bijna cruciaal willen noemen voor de beleving. In het museum heeft niets zo een sterke invloed op de beleving als afzondering en het alleen zijn met je gedachten.
‘Experience is a private affair.’7
De architectonische wijze waarop deze ruimten gevormd zijn, tonen veel overeenkomsten; niet vanwege een gebrek aan middelen of creativiteit, maar doordat de architecten begrijpen welke middelen leiden tot de afzondering van een individu. Door het licht te matigen, het (uit)zicht te ontnemen, geluid te beperken en niets tastbaars toe te voegen aan de ruimte, worden de menselijke zintuigen gereduceerd en keert de bezoeker in zichzelf.
Echter moet wel opgemerkt worden, dat deze beleving zich wederom aan het museum onttrekt. Ook hier blijkt weer dat het een apart hoofdstuk van het museum is en geen beleving van de geschiedenis teweeg brengt.
|
.
|
|
Holocaust Tower; website Joods Museum Berlin
Hall of Remembrance; website modhe safdie and assoc
Hall of Remembrance; website PCF & Partners
7 Hein, H.S, ‘The museum in transition: a philosophical perspective’, Smitsonian books, Washington, 2000, blz. 37
2.4 De tentoonstelling
‘Perhaps beyond all other museums, history museums inhabit the ambiguous middle ground between objectivity and subjectivity where cognition and feeling, fact and value, intermingle. The material of history, now reduced to inarticulate “stuff”, once was meaningful to those who partook of it. History museums profess to revive and restore that meaning.’ 8
Zoals op de afbeeldingen duidelijk te zien is, is het verschil tussen de tentoonstellingen enorm; niet zozeer de tentoongestelde objecten, maar de invloed die de architectuur op hen heeft.
Waar Berlijn eerder een grotere stempel op de museumervaring drukt, laat deze wat betreft de tentoonstellingsruimten een kans liggen. Het merendeel van de ruimten staat volledig neutraal tegenover de objecten die zij tentoonstellen. Zelfs de scheve en unieke ramen zijn enkel het gevolg van een vergezochte matrix van prominente joodse en Duitse inwoners tijdens de Tweede Wereldoorlog, geprojecteerd op de gevel.
In Washington wordt getracht een beleving van de objecten te creëren, door de bezoeker af te sluiten van de buitenwereld en alleen de objecten te verlichten. Het gevaar dat dit met zich meebrengt is dat de intensiteit van de objecten zo groot is, dat de bezoeker vermoeid raakt en niet de aandacht voor de objecten blijft houden.
In Jeruzalem wordt de aandacht wel vastgehouden, doordat dezelfde afzondering gepaard gaat met een lichtniveau in de tentoonstellingsruimten dat de aandacht vestigt op de objecten, zonder dat het een onbehagelijk en donker klimaat met zich meebrengt.
De beleving in deze musea speelt zich vooral af in daarvoor ontworpen aparte ruimten en niet zozeer rondom de tentoonstelling zelf.
|
|
|
Expositie; website Joods Museum Berlin
Expositie; website USHMM
Expositie; website modhe safdie and assoc.
8 Hein, H.S, ‘The museum in transition: a philosophical perspective’, Smitsonian books, Washington, 2000, blz. 30
Conclusie
De drie beschreven musea zijn verschillend, maar hebben opmerkelijk veel overeenkomsten, waardoor zij een inzicht geven in de architectonische middelen, die toegepast worden in de museumarchitectuur.
De wijze waarop zij de bezoeker afzonderen, is naar mijn mening het beste middel, van alle drie musea, om een beleving te activeren. De overgang en de herinnering zijn weliswaar sterker verwant aan het specifieke onderwerpvoegen, maar zijn voegen veel minder toe aan de beleving.
Zowel het Holocaust Memorial museum in Washington, het Yad Vashem Holocaust museum in Jeruzalem, als het Joods museum in Berlijn vertonen dezelfde dualiteit; een dualiteit van de tentoonstelling aan de ene kant en de ruimten van ‘beleving’, zoals de Hall of Remembrance in Washington èn Jeruzalem en de Holocaust Tower in Berlijn aan de andere kant. Alléén de Holocaust wordt door middel van een beleving overgebracht en de objecten in het museum alleen getoond.
De musea hebben het verhaal van een geschiedenis geen kracht bijgezet, door middel van een beleving. Zij hebben alleen de Holocaust weten te representateren. Dat is in mijn ogen wel begrijpelijk. Een gebeurtenis als de Holocaust is zo moeilijk te bevatten! De manier waarop getracht is, is door deze onmacht te erkennen en elk individu de ruimte geeft om zijn of haar eigen beleving te bepalen.
De architectuur heeft geen toegevoegde waarde kunnen zijn voor het verhaal van de joodse geschiedenis. Het verhaal zal veel krachtiger verteld moeten worden, aangezien het niet lang meer duurt, voordat de ‘echte’ verhalen en herinneringen verloren gaan. Naarmate de geschiedenis ouder wordt, zullen de objecten minder ‘spreken’ en kan de architectuur een rol spelen in het in stand houden van de historische waarde.